4. De dierentuin

“Kijk, daar heb je de giraffen!”
Anne is in de dierentuin.
Samen met haar ouders en haar broertje Joost.



Samen met Joost rent ze naar het hek waarachter de giraffen staan.
“Kijk eens”, wijst Joost. “Hun nekken zijn zo lang dat ze de blaadjes van die hoge boom kunnen opeten.”

Even later staan ze te kijken bij de olifanten.

Hoeveel zouden die wel niet wegen?
“Wel honderd kilo”, denkt Joost.
Hun vader lacht. “Wel ietsje meer hoor jongen.”

Maar wat ziet Anne nu?
Er zit een aapje op de rug van een van de olifanten.
“Kijk”, roept ze en wijst naar het diertje.
Nu zien Joost en hun vader en moeder het beestje ook.

Het aapje loopt heen en weer over de rug van de olifant.

Maar dat vindt de olifant niet zo leuk.
Hij probeert het aapje weg te slaan met zijn slurf en zijn staart.

 

Anne kijkt geschrokken.
Straks doet die grote olifant het aapje pijn.
Haar vader kijkt om zich heen.
Gelukkig vindt hij snel een man, die in de dierentuin werkt.
Als vader naar het aapje wijst, moet de man lachen.
“Aha, daar is onze deugniet dus!”, zegt de dierverzorger.

Hij vertelt dat het aapje Joep heet.

Joep probeert iedere dag weer te ontsnappen.
De ene keer zit hij bij de pinguïns, dan weer bij de zebra's,
En nu dus bij de olifanten.
“Maar die doen hem niks hoor”, zegt de man.
“Gelukkig is Joep wel zo slim dat hij niet naar de tijgers of de leeuwen gaat.”

Dan haalt de verzorger uit zijn broekzak een zak met nootjes tevoorschijn.

“Die heb ik altijd bij me voor als Joep weer is ontsnapt”, verklaart hij.
“Let maar op.”

Hij stopt zijn vingers in zijn mond en fluit heel hard.
Dan roept hij: “Joep! Eten!”
En ja hoor, daar komt Joep aan.
Hij springt van de rug van de olifant in het zand, rent naar het hek en klimt er behendig overheen.
Dan springt hij op de arm van de verzorger.
Die geeft het aapje een nootje, maar pakt hem meteen ook stevig vast.
“Zo, hebbes!”

“Willen jullie hem misschien ook nog wat geven?” vraagt de man aan Anne en Joost.

De kinderen knikken. Dat willen ze graag.
En allebei geven ze een nootje aan Joep.

Dan neemt de verzorger het aapje mee.

Ze zwaaien dag en gaan verder naar de tijgers.
Het dagje naar de dierentuin was weer heel erg leuk!