Gijs
springt heen en weer voor het raam. In de straat staat een
vrachtauto. Precies tegenover het huis van Gijs. Grote sterke mannen
zijn druk bezig om allemaal spullen uit de wagen te halen. Een grote
tafel, stoelen, kasten, bedden en matrassen. Alles wordt uitgeladen.
Zijn
moeder komt naast hem staan. “We krijgen nieuwe buren Gijs. Dit is
een verhuiswagen en daarmee brengen ze al hun spulletjes van hun oude
huis naar hun nieuwe huis.”
Gijs
knikt. Hij weet dat er nieuwe mensen in het huis aan de overkant
komen wonen. Zijn vriendje Bram is samen met zijn ouders vertrokken.
Zij wonen nu heel ver weg. In een andere stad. Gijs is daar nog
steeds heel verdrietig over. Hij speelde altijd met Bram.
“Gaan
deze meneren nu in het huis van Bram wonen”, vraagt Gijs
teleurgesteld. Hij had gehoopt dat er een nieuw jongetje aan de
overkant kwam wonen.
Zijn
vader, die ook is komen kijken, moet lachen. “Nee, gekke jongen.
Deze mannen zijn verhuizers. Zij helpen alleen maar met sjouwen. Als
ze klaar zijn, dan gaan we wel kijken of we de nieuwe buren zien.”
Gijs
blijft heel de tijd voor het raam kijken. Eindelijk vertrekt de
verhuiswagen. Nu kan hij het huis tenminste weer zien. In de tuin
staat een meisje met een gekleurde jas en twee blonde staartjes.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgmOR0bisSMds9C_xH3FYChhBQPr9ib8_4T72drimLmtBeweu1OBwGHLm1SEFgupNcmSeUjiEcdkbCFvZnCVerS1KJETBoZdMFB-CpYEYmGJ_GnT3WHfVAc9kGQVQxZbgFngETE8Qe9TVQ/s640/Nieuwe+buren+by+Fien.jpg)
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgmOR0bisSMds9C_xH3FYChhBQPr9ib8_4T72drimLmtBeweu1OBwGHLm1SEFgupNcmSeUjiEcdkbCFvZnCVerS1KJETBoZdMFB-CpYEYmGJ_GnT3WHfVAc9kGQVQxZbgFngETE8Qe9TVQ/s640/Nieuwe+buren+by+Fien.jpg)
Ze
kijkt ook naar Gijs en zwaait. Maar Gijs kijkt boos terug. Een
meisje? Hij wil een nieuw vriendje. Meisjes zijn stom! Die spelen dat
ze prinsessen zijn en hij wil voetballen.
Zijn
vader komt naast hem staan. “Kijk, een nieuw buurmeisje”, zegt
hij. “Ga je mee, dan zeggen we even gedag.”
Maar
Gijs schudt zijn hoofd en blijft met zijn armen over elkaar voor het
raam staan kijken.
Zijn
vader kijkt hem nu streng aan. “Kom jongen, stel je niet zo aan.”
Mokkend
loopt Gijs achter zijn vader en moeder aan naar buiten. Zijn ouders
lopen de voortuin in en geven de vader en moeder van het meisje een
hand. Maar Gijs blijft op de stoep staan kijken.
Dan
ineens pakt het meisje een bal. Die had hij niet zien liggen. De bal
lag in de voortuin en het is een echte, mooie voetbal. Ze loopt naar
hem toe.
“Voetballen?”
Gijs kijkt haar verbaasd aan.
“Of
kun je dat soms niet?” wil ze weten.
“Natuurlijk
kan ik voetballen”, zegt Gijs snel.
Het
meisje lacht en houdt de bal voor zijn neus wel tien keer hoog. Op
haar voet en op haar knie.
Dan
schiet ze de bal naar hem. Ze heet Kim, zegt ze. Gijs zegt ook zij
naam.
En dan
gaan ze voetballen. Op de straat, zoals hij ook altijd met Bram deed.
En Kim is zeker net zo goed als Bram was. Gijs lacht. Een buurmeisje
is best leuk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten