Fien en Jaap zijn op bezoek bij opa en oma.
Samen met hun vader en moeder en hun kleine zusje Neeltje.
Ze zijn
al vroeg vertrokken.
Want
oma heeft een paasontbijt gemaakt.Ze heeft sinaasappels geperst.
En eitjes gekookt.
En ze heeft broodjes gebakken in de oven.
Het is allemaal erg lekker.
Fien en Jaap eten hun buikjes vol.
Als al
het eten op is, pakt oma hun jassen van de kapstok.
“Gaan
we buiten spelen?” vraagt Jaap.Oma lacht.
Dan zegt ze: “Nee, we gaan eieren zoeken. Ik denk dat de paashaas vannacht langs is geweest.”
“Echt waar?” vraagt Fien.
Oma knikt.
Snel
trekken Fien en Jaap hun jassen aan.
Neeltje
blijft binnen bij vader en moeder.Zij is nog te klein om eieren te zoeken.
Jaap
rent vooruit.
Opa en
oma hebben een grote tuin.Met een grasveld in het midden.
“Ik
zie er een! Een rode!”, gilt Jaap.
Met een
grote grijns op zijn gezicht raapt hij een rood ei op.“Ik heb er ook een”, lacht Fien, die in het gras een blauw ei heeft gevonden.
Oma
komt met een mandje aangelopen.
“Leg
ze hier maar in”, zegt ze.Fien vindt wel vijf eieren.
En Jaap raapt drie eitjes op uit het gras.
“Zouden er nog meer zijn?” vraagt Fien aan oma.
Oma
kijkt in het mandje.
“Ik
denk het wel”, zegt ze.“Meestal verstopt de paashaas ook een verrassingsei.”
Fien en
Jaap kijken oma vragend aan.
“Dat
is het allermooiste ei”, legt oma uit.“En dat ei is altijd heel goed verstopt. Jullie moeten nog even verder zoeken.”
En dat
doen ze.
Ze
zoeken in het gras en bij de vijver.En bij het schuurtje.
En dan
ineens ziet Fien onder de struiken allemaal kleurtjes.
Ze rent
ernaar toe.En ja hoor, daar ligt een heel mooi versierd ei.
Ze pakt het op.
Het is veel groter dan de rest.
Dit moet het verrassingsei zijn.
Ook Jaap kijkt er met grote ogen naar.
Oma
komt naar hen toe gelopen.
“Dat
is een mooi ei”, zegt ze.“En zal ik jullie eens wat vertellen? Het ei is van chocola. Dat mogen jullie binnen lekker opeten.”
En dat
doen ze.
Met een
beker warme chocolademelk erbij.Was het maar iedere dag Pasen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten