6. Pieter de egelvis

Vlak boven de bodem van de zee zwemt Pieter.
Hij is op weg naar zijn oma.
Zijn oma is vandaag jarig
Pieter wil haar verrassen met een mooi cadeau

Onderweg verzamelt hij daarom allemaal schelpjes
Daar wil hij een ketting van maken
Zijn oma is dol op kettingen
Pieter vindt een mooie gele schelp, en een blauwe.
Hij stopt ze allemaal in zijn tasje van zeewier.


Maar wat ziet hij daar nou toch?
Pieter kijkt eens goed.
Tussen de waterplanten glinstert iets.
Hij zwemt er naartoe.
Hij ziet een schelp die wijd open staat.
En daarin zit een schitterende witte parel.
Pieters hart maakt een sprongetje van blijdschap.
Die zal oma mooi vinden!
Hij pakt de parel uit de schelp en stopt hem in zijn tasje.

Blij zwemt hij verder.
Maar omdat Pieter zo druk bezig is, heeft hij niet goed opgelet.
Pieter is een kleine egelvis.
En er zijn wel wat grote vissen, die hem een lekker hapje vinden.

Ineens ziet hij vlakbij een stel grote scherpe tanden.
Help! Een haai!”, gilt Pieter.
Hij kan nog maar een ding doen, want de haai is veel groter, sneller en sterker dan hij.
Pieter doet zijn mond open en neemt een hele grote slok met water.
En dan ineens is hij geen klein plat visje meer, maar een grote bal vol met stekels.


De haai doet zijn bek open.
Pieter trilt als een rietje.
Hij houdt zijn ogen dicht.
Maar dan maakt de haai een geluid: “au!”
Hij heeft zich geprikt aan Pieters stekels.

De haai draait zich om en zwemt weg.
Pieter blijft nog even heel stil liggen.
Na een tijdje verdwijnen zijn stekels en is hij weer een klein plat visje.
Dan gaat hij verder.

Zijn oma is blij om hem te zien.
Ze vindt Pieters cadeau erg mooi.
Hij krijgt taart, die is gemaakt van zeewier.
De taart is erg lekker.
En al snel is Pieter de enge haai vergeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten